Categoriearchief: Hiernamaals

Het hiernamaals, het volgende leven, hetgeen wat voor eenieder van ons zeker zal komen, zonder twijfel. In deze rubriek ahadith over de dood, het graf, de dag des oordeels, het hellevuur, maar ook prachtige beschrijvingen van het paradijs. Moge Allah ons tot de inwoners van het paradijs laten behoren, opdat we daar eeuwig levenden in zijn.

Het graf is de eerste bestemming van het Hiernamaals

Uthman ibn Affaan stond bij een graf en huilde tot zijn baard doorweekt was. Er werd hem gevraagd: “Je gedenkt het Paradijs en het Hellevuur en huilt niet, maar je gedenkt het graf en huilt (wel)?”

Hij zei: “De Boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegeningen zij met hem) heeft gezegd:

“Het graf is de eerste bestemming (van de bestemmingen) van het Hiernamaals, als je hier succesvol bent, dan is al hetgeen erna makkelijk. Maar als je niet succesvol bent, dan is al hetgeen erna moeilijker.”  Lees verder

Degenen voor wie Allah het Vuur verboden heeft gemaakt

Sunabihi heeft overgeleverd dat hij naar Ubadah ibn as-Samit (moge Allah tevreden zijn met hen) ging toen hij stervende was en dat hij in tranen uitbarstte toen hij bij hem binnenkwam. Hij (Ubadah ibn as-Samit) zei toen:

“Wacht! Waarom huil je? Bij Allah, als ik word gevraagd om te getuigen, dan zal ik voor jou getuigen. Als ik gevraagd word om te bemiddelen, dan zal ik voor jou bemiddelen. En als ik daartoe in staat ben, dan zal ik jou van nut zijn.”

Vervolgens zei hij:

“Bij Allah, iedere overlevering die ik van de Boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegeningen zij met hem) heb gehoord waarin het goede voor jullie zit, heb ik jullie verteld, behalve één overlevering. Ik zal jullie deze overlevering vandaag vertellen, omdat de dood mij achtervolgt. Ik heb de Boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegeningen zij met hem) namelijk horen zeggen:

“Wie getuigt dat er geen ware God is dan Allah en dat Mohammad de Boodschapper van Allah is, voor hem heeft Allah het Vuur verboden gemaakt.”  Lees verder

De laatste die het Paradijs zal betreden…

“De laatste persoon die het paradijs zal betreden zal een man zijn die afwisselend zal lopen, struikelen en geraakt zal worden door het Vuur. Wanneer hij voorbij het Vuur is gekomen, zal hij zich ernaar omdraaien en zeggen:

“Gezegend is Hij Die me verlost heeft van jou, Allah heeft mij iets gegeven wat Hij noch aan de eerste, noch aan de laatste generaties heeft gegeven.”

Dan zal er een boom tevoorschijn voor hem komen en hij zal zeggen: “O mijn Heer, breng me dichterbij die boom, zodat ik van zijn schaduw kan genieten en van zijn water kan drinken.”

Allah de Verhevene zal zeggen:

“O zoon van Adam, als Ik jou dit geef, zal je Mij (daarna) om iets anders vragen.”

Hij zal zeggen: “Nee, mijn Heer, ik beloof dat ik om niets anders zal vragen.” En Zijn Heer zal het hem niet kwalijk nemen, omdat hij iets ziet wat hij niet kan weerstaan. Dus zal Hij hem er dichtbij brengen (bij de boom) en hij zal van zijn schaduw genieten en van zijn water drinken.

Dan zal er een betere boom dan de eerste boom voor hem verschijnen en hij zal zeggen: “O mijn Heer, Breng me dichter bij die boom, zodat ik van zijn water kan drinken en in zijn schaduw kan plaatsnemen en ik zal U om niets meer vragen.”

Allah de Verhevene zal zeggen:

“O zoon van Adam, heb jij Mij niet beloofd niets anders meer te vragen? Als Ik jou dit geef, zal je Mij (daarna weer) om iets anders vragen.”

De man zal beloven om niets anders meer te vragen en Zijn Heer zal het hem niet kwalijk nemen, omdat hij iets ziet wat hij niet kan weerstaan. Dus zal Hij hem dichtbij brengen (bij de boom) en hij zal van zijn schaduw genieten en van zijn water drinken.

Dan zal er een derde boom voor hem verschijnen bij de poort van het Paradijs, nog beter dan de eerste twee. En de man zal zeggen: “O mijn Heer, breng me dichterbij (de boom), zodat ik van zijn schaduw kan genieten en van zijn water kan drinken en ik zal U om niets meer vragen.”

Allah de Verhevene zal zeggen:

“O zoon van Adam, heb jij Mij niet beloofd niets anders meer te vragen?”

Hij zal zeggen: “Ja, O Heer, ik zal U om niets meer vragen.” Zijn Heer zal het hem niet kwalijk nemen, omdat hij iets ziet wat hij niet kan weerstaan. Dus zal Hij hem (bij de boom) brengen. Wanneer hij dichtbij de boom gebracht is, zal hij de stemmen van de mensen van het Paradijs horen en zal (hij) zeggen: “O mijn Heer, laat mij toetreden (tot het Paradijs).” Allah zal zeggen:

“O zoon van Adam, wat zal jou tevreden maken zodat je Mij om niets anders meer vraagt? Zal het je tevreden stellen als Ik je de wereld geef en twee keer zoveel?”

Hij (de man) al zeggen: “O Heer, drijft U de spot met mij terwijl U de Heer der werelden bent?”

Ibn Masoud (de overleveraar) lachte (na het vertellen van deze overlevering) en zei: “Vragen jullie mij niet waarom ik lach?” De mensen vroegen: “Waarom lach je?” Hij (Ibn Masoud) zei: “Omdat de Boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegeningen zij met hem) lachte.” Ze vroegen (aan hem): “Waarom lacht u, O Boodschapper van Allah?” Hij zei:

“Omdat de Heer der werelden zal lachen wanneer Hem gevraagd wordt:

“O Heer, drijft U de spot met mij terwijl U de Heer der werelden bent?”

Hij (Allah) zal zeggen: “Ik spot niet met jou, maar Ik ben in staat om alles te doen wat Ik wil.”  Lees verder