“Ik zag Abdullah ibn Umar met brood in zijn hand, hij nam een handvol en sneed de rest weg. En hij vertelde dat de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) als hij zijn vasten had verbroken, zei:
“De dorst is verdwenen, de aders zijn vochtig geworden en de beloning is vastgelegd met de wil van Allah.” Lees verder
“Een goede droom die uitkomt is van Allah, en een slechte droom is van shaitan. Dus wanneer iemand van jullie een slechte droom heeft gehad, zou hij bescherming moeten zoeken bij Allah en aan zijn linkerzij spugen, zodat de slechte droom hem niet zal benadelen.” Lees verder
Tufayl ibn Amr (moge Allah tevreden met hem zijn) kwam naar de Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen zij met hem) en zei:
“O Boodschapper van Allah, de stam van Daws is ongehoorzaam geweest (aan Allah en Zijn Boodschapper) en heeft geweigerd (om de islam aan te nemen). Roep daarom de Toorn van Allah over hen.”
De mensen dachten dat de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) de Toorn van Allah over hen zou roepen, echter zei hij:
“O Allah, leid de stam van Daws en laat hen tot ons komen.” Lees verder
“De smeekbede van een dienaar zal verhoord worden, zolang hij niet om zonden of het verbreken van familiebanden vraagt en zolang hij niet gehaast is.”
De metgezellen vroegen: “Hoe kan hij gehaast zijn?” Waarop de profeet (vrede en zegeningen zij met hem) antwoordde:
“Wanneer hij zegt: “Ik heb gesmeekt en gesmeekt,” maar ik ben niet verhoord en dan wordt hij boos en verlaat hij de smeekbede.” Lees verder
“Van drie personen zullen hun smeekbeden niet geweigerd worden: een vastende tot hij zijn vasten verbreekt, een rechtvaardige leider en degene die onrecht aangedaan wordt.” Lees verder