“Degene die de Hadj verricht om de Tevredenheid van Allah te zoeken en daarin geen geslachtsgemeenschap heeft en geen zondigheid begaat, keert terug (van de Hadj) vrij van alle zonden, net als de dag waarop hij geboren werd.”
Deze hadith is overgeleverd van de Profeet (Allah’s vrede en zegeningen zij met hem) door Abu Huraira (moge Allah tevreden met hem zijn). De hadith staat vermeld in Sahih Bukharie (1521).