“Waarlijk, de gelijkenis van de bezitter van de Koran is als (de bezitter van) een kameel die vastgebonden is. Als hij erop toeziet, zal hij het vasthouden. En als hij het loslaat zal het weggaan.”
Deze hadith is van de Boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegeningen zij met hem) overgeleverd door Abdullah ibn Umar (moge Allah tevreden met hem zijn) en staat vermeld in Sahih Bukharie en Sahih Muslim.
Iemand is een bezitter van de Koran wanneer hij de Koran uit zijn hoofd kent of er is gezegd dat iemand een bezitter van de Koran is wanneer hij de Koran als metgezel heeft genomen en het niet verlaat.