“De Boodschapper van Allah was aan het bidden en hij droeg Umama, de dochter van Zainab, de dochter van de Boodschapper van Allah en zij was de dochter van As ibn Rabia ibn Abdushams. Wanneer hij neerknielde, zette hij haar neer en wanneer hij ging staan, droeg hij haar (op zijn schouders).”
Deze hadith is overgeleverd door Abu Qatada Al-Ansari (moge Allah tevreden met hem zijn) en staat vermeld in Sahih Bukharie en Sahih Muslim.