“Terwijl een man aan het lopen was, kreeg hij dorst. Hij ging een put in en dronk er water uit. Terwijl hij er uit kwam, zag hij een hijgende hond die aarde at vanwege de dorst. De man zei: “Deze hond heeft net zoveel dorst als ik had. Dus hij (ging terugĀ in de put en) vuldeĀ zijn schoen met water, hield het vast met zijn tanden, klom naar boven en gaf de hond water. Allah prees zijn daad en schonk hem vergeving.”
Deze overlevering staat vermeld in Bukharie en Muslim en is overgeleverd van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) door Abu Hurayrah (moge Allah tevreden met hem zijn).