Een man kwam naar de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) en vroeg om een rijdier. De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zei:
“We geven je een jong van een vrouwtjeskameel om op te rijden.”
De man vroeg wat hij met een jong van een vrouwtjeskameel moest. De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) antwoordde:
“Is er een kameel die niet geboren is uit een vrouwtjeskameel?”
Dit gesprek van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) en de man is overgeleverd door Anas ibn Malik (moge Allah tevreden met hem zijn) en staat vermeld in Abu Dawud, Tirmidhi en Ahmad en is sahih.
Zoals we in deze hadith kunnen zien, maakte de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) een grap tegenover de man die naar hem toe kwam. Maar ondanks dat het een grap was, loog de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) niet, hij bleef de waarheid spreken, want iedere kameel is geboren bij een moederkameel, ook volwassen kamelen. Hieruit kunnen we opmaken dat de waarheid zeer belangrijk is binnen de islam, zelfs bij het maken van grappen.