“De voeten van een dienaar zullen op de Dag der Opstanding niet vooruit komen totdat hij is ondervraagd over vier zaken:
- Over zijn leeftijd, waaraan hij deze heeft opgemaakt,
- Over zijn kennis, in hoeverre hij dit heeft gepraktiseerd,
- Over zijn bezit, waar hij dat verdiend heeft en waaraan hij het uitgegeven heeft,
- Over zijn lichaam, waaraan hij die heeft versleten.”
Deze hadith is overgeleverd door Abu Barza Al-Aslamie (moge Allah tevreden met hem zijn) van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem). De hadith staat vermeld in Tirmidhi en Ad-Darimie.