“De mensen keken naar de nieuwe maan (of er al een nieuwe maan was) en toen ik de Boodschapper van Allah vertelde dat ik het gezien had, vastte hij en hij droeg de mensen op om te vasten.”
Deze gebeurtenis is overgeleverd door Abdullah ibn Umar (moge Allah tevreden met hen beiden zijn). Toen Abdullah ibn Umar de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) vertelde dat hij de maan gezien had, begon hij met vasten en hij droeg het de mensen ook op. Hieruit kunnen we leren dat slechts één persoon de nieuwe maan hoeft te zien om de maand Ramadan te laten beginnen, mits degene aan bepaalde voorwaarden voldoet, zoals het volwassen zijn en het betrouwbaar zijn.
Deze hadith is overgeleverd door Abu Dawud en Al-Hakim en is sahih verklaard door hen.